Terborg, Protestantse Kerk, 3-6-2018, Matteüs 7:15-27

Gemeente van Jezus Christus,
Wij kiezen altijd iets waarop we bouwen,
waarop we ons leven grondvesten.
We kunnen geestelijk gezien niet zonder huis.
Te midden van de seizoenen van het leven.
Te midden van de tijden die veranderen,
zoeken mensen naar houvast.
Er is zoveel gaande…
Financiële crises,
crisis in het milieu,
politieke verschuivingen,
het kantelen van de verzorgingsstaat.
Nieuwe accenten in het geloof,
missionaire impulsen in de kerk,
nieuw liederen.
Andere culturen om mee samen te leven.
Gezondheid en ziekte.
‘Temidden van alles wat verandert,
zoeken mensen naar ‘vastheid’ die niet wankelt,
zodat het leven niet op drijfzand is gebouwd.’ (Feitse Boerwinkel)
Wat is de grond onder ons bestaan?
Wat is voor u fundamenteel?
Werk? Familie? Vrienden?
Eer en goede naam?
Wie / wat is uw gids?
Het geloof uit uw kinderjaren?
Wat u door de jaren heen geleerd heeft?
Gedachten uit verschillende levensbeschouwingen?
In de tijd van Jezus was er al
een amalgaam van mogelijkheden
op levensbeschouwelijk gebeid,
invloed van Grieken en Romeinen.
In die tijd vonden sommige joden het fundament in de Thora.
Zij beriepen zich op hun afkomst,
kinderen van Abraham waren ze.
Zij hadden kennis van de Thora.
Zij hadden hun fundament gevonden.

In de Bergrede stelt Jezus die Thora centraal.
Aan het eind van zijn onderricht over de Thora, zegt Hij:
Wie mijn woorden hoort en ernaar handelt,
kan vergeleken worden met een verstandig mens.
Verstandig, niet in de zin van knap, geleerd, deskundig.
Een verstandig mens weet
waar het op aan komt.
Het gaat om leven en laten leven op de van God gegeven aarde.
Het gaat om toekomst of geen toekomst voor de door God geschapen werkelijkheid.
Het één of het ander.
Jezus stelt – net als Mozes - mensen voor de keuze:
de keuze voor de zegen en het leven
en tegen de vloek en de dood.
Jezus roept ons op: kies het leven!
Kies dat wat het leven op aarde dient!
Wat dient het leven?
Jezus vertelt in de Bergrede over Gods ruimhartigheid:
God laat de zon opgaan over goede en slechte mensen
en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt,
met de maat waarmee jij meet, zul je gemeten worden.
Lukas -> een volle, overlopende maat!
Vergeef, zoals de Vader jou vergeeft,
zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid.
Behandel de ander,
zoals je zelf behandeld wilt worden.
Dat vraagt van ons dat we onder ogen zien
wat er allemaal in ons speelt.
Aan akelige gevoelens,
aan niet willen/kunnen vergeven
(dingen waar je maar mee blijft zitten, tegen aan blijft hikken),
aan (voor)oordeel,
aan kerkelijke kleinzieligheid en haarkloverijen,
terwijl we vergeten waar het op aankomt:
God wil mensen zijn liefde bewijzen,
maakt leven voor hen mogelijk,
wil de aarde tot bloei laten komen.
Behandel de ander,
zoals je zelf behandeld wilt worden.
Dit is de Wet en de Profeten.
Je zou kunnen zeggen:
geen Tom Tom, maar een kompas.
Geen Tom Tom die je op de hoek van de straat
precies vertelt waar je heen moet,
welke weg je in moet slaan en moet nemen.
Geen Tom Tom maar een kompas, ruimhartig en bevrijdend:
je mag vrij afwegen en beslissen wat het leven dient.
Vrij afwegen en beslissen is ingewikkeld voor ons.
Want overzien wij alle consequenties?
Ik denk aan een voorbeeld: verantwoorde kleding…
Weten we altijd wat we doen als we een bepaald T-shirt kopen?
Wie het T-shirt maakt,
onder welke omstandigheden en voor welk salaris?
Als consument kunnen we het allemaal niet overzien
en hebben we de controle niet over wat er gebeurt bij het maken van kleding.
Aan de andere kant hebben we als consument wel de verantwoordelijkheid
om zo goed mogelijk te kiezen.
Ik denk aan beleid in een (winkel)bedrijf…
Bevorderen van duurzaamheid…
Omgang met anderen…
Steeds opnieuw moet je kijken naar de mensen om je heen,
de omgeving
en naar het kompas:
de weg is nooit zeker,
maar de richting die het kompas wijst wel:
wat komt de ander, het leven op aarde, ten goede!
Ruimhartig en bevrijdend is Jezus in de Bergrede,
maar ook scherp en diepgravend.
Het gaat om kritisch zijn naar onszelf.
Niet moorden, dat lukt de meeste mensen wel.
Maar wat als je de ander een dwaas noemt.
Ben je dan niet denigrerend,
naar beneden trappend bezig?
Je vrienden liefhebben, dat is geen kunst.
Maar wat als je nu eens je vijand zou liefhebben.
Bidden, vasten, niet om goede sier te maken,
naar buiten toe, maar in stilte, voor God -
zou je het dan ook doen.
In alle ruimhartigheid laat Jezus ons heel bewust naar onszelf kijken:
hoe is onze houding?
Zoeken, kiezen wij ‘leven’?

Als we Jezus’ woorden op geloven betrekken,
kunnen we ook denken aan de strijd tussen orthodoxie en vrijzinnigheid.
Zo rond 1910 formuleerden christenen in Amerika
vijf fundamenten van het geloof.
Daar komt de term ‘fundamentalisme’ vandaan.
Die vijf fundamenten zijn:

  • de onfeilbaarheid van de bijbel
  • de maagdelijke geboorte van Jezus, zijn goddelijkheid
  • de leer van het plaatsvervangend lijden van Jezus
  • de lichamelijke opstanding van Jezus uit de dood
  • de echtheid van de wonderen.

Zij kwamen met deze fundamenten in een tijd
dat binnen kerk en theologie modernere gedachten opkwamen,
n.a.v. het historisch-wetenschappelijk onderzoek van de bijbel.
Zij zochten in tijden van verandering ‘vastheid’
en vonden die in deze vijf uitspraken.
Of je nu aan de orthodoxe kant je thuis voelt
of meer aan de vrijzinnige kant:
beide kanten kunnen het gevoel hebben dat juist zíj ‘goed’ zitten.
Zij hebben het fundament gevonden
en bekritiseren vanuit hun positie de ander.
Maar Jezus trekt die prettige positie en conclusie in twijfel.
Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen mij zegt,
zal het koninkrijk van de hemel binnengaan.
Alleen wie doet de wil van mijn Vader.
Voor Jezus telt niet het ‘hebben van een fundament’,
Thora of belijdenis of visie.
Wanneer mensen al maar gericht zijn op de Thora,
op hoe de wetten en voorschriften toegepast moeten worden,
als mensen zich druk maken om rekkelijke, precieze of helemaal geen belijdenis,
en elkaar op grond daarvan de maat nemen,
komen zij aan leven niet toe.
Voor Jezus telt hoe mensen op het fundament léven.
De tegenstelling is niet orthodoxie of vrijzinnigheid,
maar tegenover die beide:
orthopraxie, het rechte handelen,
handelen in lijn van God.
Mijn woorden horen en ernaar handelen.
In Mat. 24:12 staat: En doordat de wetteloosheid toeneemt,
zal de liefde bekoelen.
Ik hoor hierin:
de kern van de wet zijn niet de wetten zelf,
maar dat de liefde een kans krijgt,
dat de liefde ermee gediend is.

Mensen kunnen twee houdingen aannemen
tegenover de woorden van de Thora/Jezus.
1. Mensen nemen als valse profeten zelf de regie in handen.
Dat is het gevaar van elk fundamentalistisch gebruik van heilige geschriften.
Valse profeten nemen anderen de maat,
i.p.v. vrucht te dragen voor anderen.
Aan het begin van de Bergrede hoorden we hoe,
onderbouwd vanuit de Thora,
de armen van geest buitengesloten werden.
Zij die met moeite overleven,
die zich klein voelen
en hun godsdienstige plichten niet kunnen vervullen –
Jezus zet hen juist rechtop, ziet hen,
geeft hun hun menselijkheid terug.
In vroeger dagen werd
op grond van het christelijk geloof
slavernij goedgepraat, racisme verdedigd.
Maar er waren ook christenen
die zeiden dat dit niet kon op grond van de liefde van God.
Jezus vergelijkt valse profeten met een rotte, zieke boom,
die slechte vruchten voortbrengt;
wanneer de kern rot is,
zal er van vruchten weinig terecht komen.
Valse profeten polariseren en veroorzaken verwijdering tussen mensen.
Zelf de regie in handen nemen (1.) of:
2. Mensen laten zich door de ruimhartige, bevrijdende en kritische woorden voeden.
Dat voegt mensen samen.
Zoals een boom gevoed wordt en groeit door zonlicht en regen,
door goede grond en een goed wortelstelsel,
zo worden mensen gevoed door Jezus’ diepgravende kritiek
en groeien zij onder Gods genadige ruimhartigheid als bomen onder warm zonlicht.
‘Een echte boom rekt zich naar het licht.’ (Willem Barnard)
Strekt zijn wortels uit naar het water,
strekt zich uit naar buiten,
krijgt een volle kruin,
zodat de vogels er in nestelen kunnen
en anderen in de schaduw zitten kunnen.
Zo’n boom geeft goede vrucht.

Jezus was een boom die goede vruchten draagt voor anderen.
Hij leeft de woorden van God.
Vanuit de kern van de Thora,
het kompas van de liefde,
deelt Hij zijn leven met anderen,
zodat zij leven kunnen.
Ik hoop dat zijn woorden, zijn leven,
ons versterken mogen, voeden mogen.
Dat zijn diepgravende woorden,
zijn ruimhartige daden van liefde en genade,
het hart zijn, de kern van ons bestaan.
Dan leven we vruchtbaar
en staan we in alle veranderingen stevig als een boom, als een huis op de rots. Amen.