Gebiedsproces Oude IJsselstreek
Varsseveld 10-11-2023
Er is veel te doen rondom het platteland. Nederland wordt voller, de bevolking groeit en daar lijkt voorlopig, mede door migratie, ook geen einde aan te komen. Dat betekend dat ruimte schaarser wordt en dat veel partijen er aanspraak op willen maken. Er moet tenslotte voor iedereen een huis zijn en we willen allemaal recreëren en genieten van de natuur.
Zo ontstaan er veel tegengestelde belangen vooral in het buitengebied. De meeste grond is in eigendom bij boeren. Door het huidige politieke klimaat wordt er aangedrongen op meer biologische productie en dat komt neer op extensiveren. In Oude IJsselstreek is het grootste deel van de grond in gebruik voor de melkveehouderij. Die melkveehouderij moet ook extensiveren worden zeker nu de derogatie langzaam verdwijnt en de mestafzet een stuk moeilijker gaat worden.
Je ziet nu al dat er een heel aantal bedrijven geen opvolger hebben en op termijn gaan stoppen. Ook zitten er nog veel bedrijven tussen die al niet meer melken maar nog jongvee houden of voer verbouwen voor een melkveehouder. Daar wordt de grond nog vastgehouden die eigenlijk al naar de overblijvers zou moeten doorstromen voor een gezonde toekomst . De laatste jaren zie je ook steeds duidelijker dat bij grotere percelen grond de grotere akkerbouwers met aardappelen en bollen zich op de grondmarkt roeren. Zij zoeken ruilgrond en kunnen zo hun bedrijf rond zetten.
Gevolg is dat we meer intensievere gewassen gaan telen in de Achterhoek en meer kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken dan op gras percelen. Het landschap veranderd daardoor en niet iedereen is daar blij mee. Als de overheid niets doet gaat dit proces door en zal de Achterhoek er langzaam anders uit komen te zien. Ook zul je minder koeien in de wei gaan zien. Uiteindelijk zullen de gewassen met het hoogste rendement steeds meer verbouw gaan worden en dat zijn de intensieve gewassen. Willen we dit laten gebeuren?
In de Oude IJsselstreek hebben we een relatief kleinschalig landschap waarin schaalvergroting niet altijd mogelijk is, of in elk geval moeilijker te realiseren. Dus qua concurrentie positie zit de landbouw er in een nadelige positie. Voor de leefbaarheid is het wel noodzakelijk dar er landbouw en werkgelegenheid blijft in het buiten gebied.
Hoe kunnen we met elkaar zorgen voor een betere uitgangspositie voor de boer, melkveehouder, varkenshouder of akkerbouwer, zonder dat ons mooie platteland er onder lijdt?
De overheden hebben allemaal hun eigen plannen en eigen agenda. Landelijk gaat het over stikstof en energie. De plaatselijke overheid doet daar nog een schepje bovenop met allerlei regelgeving omtrent natuur, bomen etc. en ook de provincie laat zich niet onbetuigd met het provinciaal natuur netwerk. Ook een waterschap wil weer bredere maaipaden en zoekt zo meer ruimte. En tussen al dit regelgevings geweld moet een boer overeind blijven en proberen te ondernemen.
Als er niet meer overleg komt tussen de verschillende partijen en de inwoners gaat dit allemaal nooit wat worden.
We zijn toe aan een gebiedsproces en dan niet van boven af opgelegd maar van onderop. De verschillende overheden leggen hun wensen op tafel en zetten zo wat piket paaltjes. De ondernemers in het buitengebied wordt gevraagd hoe zij naar de toekomst kijken en wat zij nodig hebben om verder te kunnen of misschien willen ze juist stoppen. Dit zal een proces van veel praten en veel puzzelen zijn maar alleen zo kan er ruimte komen om de vele wensen met elkaar in te vullen. We moeten wel de goeie dingen op de goede plek doen. Hiervoor zul je een aantal instrumenten nodig hebben zoals een grondbank, ondersteuning vanuit kadaster etc.
Maar als allereerste punt moet er bij de verschillende partijen het inzicht zijn en de wil om over je eigen grens te kijken en niet alleen naar jou eigen doel. Dit zal veel vragen van de overheden en ondernemers maar ergens moet het beginnen. Durven we dit niet en laten we het dan maar over aan de markt dan zal de sterkste en degene met het meeste kapitaal winnen. Willen we dat?
Pakken we de handschoen op of geven we het op?
Henk Rougoor