Brief aan het College van Burgemeester en wethouders Oude IJsselstreek



Brief aan het College van Burgemeester en wethouders Oude IJsselstreek
Van Stichting Leven met de Aarde
juni 2019



Geacht college, geachte mevrouw Ankersmit,

Een energiedeskundige zei: “de energietransitie gaat over het reduceren van CO2, maar het moet ook gaan over transparantie en energiedemocratie.”

1.Transparantie is bij alle aspecten van het leven belangrijk. Alleen zo, als de wensen, plannen en behoeften van ieder duidelijk zijn, en hoe die verwezenlijkt worden, kan ieder mens zijn persoonlijke verantwoordelijkheid nemen. Vooral een gemeenschappelijk doel vanuit kennis en inzicht zou helder moeten zijn. In de individualiserende samenleving is de kunst om dat te doen heel belangrijk. Vanuit het eigen Zijn, er Zijn voor de ander en het geheel, zonder gekonkel, achterkamertjes, deelbelangen en noem maar op.
Zo zou de gemeente kunnen werken aan meer transparantie voor energie: waar komt mijn energie vandaan en wie gebruikt die energie, welke invloed heeft de gebruiker exact op de energie die hij wil afnemen en hoe kan dat samen met anderen?



Hoofddoel van de geoweek en het rivierduinfestival is meer aandacht voor het landschap en de manier waarop wij daar wllen leven. Stichting Leven met de Aarde heeft daarbij natuurlijk haar doelstelling voor ogen, waarin Spiritualiteit, Ecologie, het Sociale en Economische als een heelheid samen gaan.

In de Workshop “Hoe willen wij in de Rivierduinen Leven, Omdenken”, gehouden op 2 juni in HodgeSpodge te Silvolde is een aantal punten naar voren gekomen die wij sterk onder uw aandacht willen brengen.

2. Een heldere juridische en bestuurlijke scheiding tussen gemeenschappelijk eigendom en privé-eigendom is niet voldoende: het eerste moet actief worden beschermd van het tweede. Het gemeengoed, bijvoorbeeld in de vorm van kleine oude bosjes en rivierduinen, moet actief worden beschermd en gevierd. Praktisch gezien betekent dit bijvoorbeeld dat de gemeente zeer voorzichtig te werk moet gaan bij de verkoop van gebieden aan private individuen. We willen bijvoorbeeld voorkomen dat een gekoesterd communaal plekje door tekoopstelling haar sociale rollen niet meer kan vervullen.
Ons is duidelijk geworden dat sommige aspecten van voornoemde transacties niet voldoende aan dit criterium beantwoorden.

3. Er is goede informatievoorziening nodig vanuit onafhankelijke wetenschap. Informatie is nu vaak eenzijdig gekleurd ten dienste van een bepaalde doelgroep. De gemeente zou er actief op toe kunnnen zien, dat wat rondgaat in de gemeente, alle mondelinge en schriftelijke informatie en uitwisseling, berust op waarheid, en dat die actief wordt gecommuniceerd. Deze communicatie kan in de vorm zoals beschreven bij 3. Het geldt voor alle betrokkenen, inwoners. Een voorbeeld: De Raad van State, heeft het belabberde omgaan met gegevens over de locatie van het streekziekenhuis Slingeland niet naar voren gebracht. Daardoor is het instrument “Ladder voor duurzame stedelijke ontwikkeling” volledig krachteloos. Gemeenschappelijke kennis brengt ons in een positie van gedeeld belang, met heldere criteria voor duurzaamheidsaspecten.

4. De gemeente zou zichzelf als een vereniging kunnen gaan zien. Alle inwoners zijn lid van de vereniging, en wat in de straten en wijken gebeurt is zaak van beslissen door iedereen. Zo kan de betrokkenheid worden vergroot, en kan men actief werken aan een levende gemeenschap, gebaseerd op kennis voor eenh oudbare toekomst. Zie hiervoor de SDG's en het werk van Conny Bergé van PepInternational. Daarbij hoort ook het besparen van energie door minder verbruik. D.w.z. onder andere een ruimtelijke ordening die gericht is op het besparen van energie en het zo goed mogelijk bewaren van alle groen en ruimte voor landbouw, bos met natuur.

5. De gemeente zou de voordelen van een onvoorwaardelijk basisinkomen voor al haar burgers kunnen commniceren met de andere overheden, zodat wordt nagedacht over een ander systeem dan het huidige met uitkeringen en controlesysteem gebaseerd op wantrouwen. Dan kan een gemeenschap ontstaan, gebaseerd op volledige solidariteit en vertrouwen en die kan groeien.

6. Er is wel eens sprake van een “Sociale dienstplicht”. Die term is misschien niet zo geschikt, vanwege de verplichting. Maar regelmatig iets voor anderen doen zou vooral bij jongeren, in relatie met ouderen, goed kunnen werken om hun eigen zingeving te ontdekken. TV programma's hierover geven mooie voorbeelden. Te denken valt aan een vak op school “sociale vaardigheden en dienstbaarheid”. Nu zult u denken , dat kunnen wij niet regelen. Een alternatief is activiteitencentra te ontwikkelen waarin mensen zich kunnen ontplooien, in buurthuizen en andere gemeenschappelijke plekken, of bij mensen thuis op vrijwillige basis. Daar wordt geleerd en gesproken over wat men meemaakt en hoe men iets kan verbeteren Van daaruit krijgt het sociale actief vorm, als een praktische invulling van de lessen sociale vaardigheden en dienstbaarheid. Op die plekken kan men actief aan meningvorming doen vanuit gelijkwaardigheid en respect en het besef dat anderen ook essentiële behoeften hebben die moeten worden vervuld. Het is onderdeel van het realiseren van de SDG-doelen.

We erkennen grootmoedig dat er op het vlak van sociale dienstbaarheid de afgelopen jaren flinke sprongen vooruit zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de introductie van een praktisch deel in vakken gerelateerd aan maatschappijleer. Desondanks zien we dat er zich nog steeds een systematisch probleem voordoet tussen de jongere generatie en onze ouderen. Beide doelgroepen ervaren problemen. Jongeren zijn op zoek naar inspiratie, bijvoorbeeld in de vorm van rolmodellen. De functie van richtinggever wordt op dit moment niet door onze ouderen vervuld. In plaats daarvan zijn jongeren in hoge mate gevoelig voor de populaire cultuur, waarbinnen de rolmodellen supersterren zijn. Dit geeft een weinig subtiel en eenzijdig beeld van wat het betekent om een geslaagd mens te zijn. Aan de andere kant ervaren veel ouderen een diepe eenzaamheid en behoefte aan menselijke interactie. Een analyse van dit probleem binnen de praktische grenzen van deze brief kan geen recht doen aan haar complexiteit, en deze taak zal ik hier dan ook aan me voorbij laten gaan. Wel lijkt het ons gezond voor de gemeente een actief-faciliterende rol aan te nemen.


7. Normen en waarden van openheid en vriendelijkheid, tijd hebben voor elkaar, zouden zelfs ook vanuit het gemeentehuis nog actiever kunnen worden getoond. Wij denken aan de aanpak in Schagen, waar de wethouder Economische zaken tegelijk ook wethouder voor geluk is. Wij denken aan het werk van de “Gelukscentrale”met o.a. Michiel Hobbelt.
In feite is de grondslag van onze (christelijke) cultuur ook daarop gebaseerd, gelijkwaardigheid en recht en respect in dienstbaarheid. Die dienstbaarheid wordt mooi beschreven in het werk van Dorine van Norren: “Development as Service”. Het zou goed zijn daar meer over na te denken en er criteria bij te bedenken waar ieder zich op richt. Daarbij hoort het opnemen van de Natuur en de Aarde in de grondwet. Onze gemeente zou daar een actieve houding voor kunnen ontwikkelen. Het past bij het realiseren van een circulaire economie en het weer naar achteren brengen van “Wereldovershootday”.

Onze gemeentesecretaris weet alles van “Wereldovershootday”. Het zou goed zijn als de gemeenteraad ook weet welke impact haar besluiten voor de gemeente heeft op deze dag. Daar bij al haar beslissen rekening mee houdt.

Wij vragen u om aandacht voor transparantie en democratie, gemeenschappelijk goed, informatie en waarheid, samen verantwoorderlijk zijn, een Onvoorwaardelijk Basisinkomen, dienstbaarheid in gelijkwaardigheid, aandacht voor geluk en zingeving bij het terugdringen van “Wereldovershootday”.

Wij hopen u regelmatiger te spreken en te ontmoeten in onze zoektocht en het realiseren van onze doelen.

Wij danken u voor u belangstelling voor het Rivierduinfestival en uw betrokkenheid op 6 juni tijdens de informatieavond.

Met hartelijke groet

Bestuur van Stichting Leven met de Aarde,

Lies Visscher-Endeveld